top of page

Internationale omgangsregelingen

Wat als u een omgangsregeling met uw in het buitenland wonende kind wilt?

Als uw kind in het buitenland woont, kunt u een internationale omgangsregeling vast (laten) leggen. U kunt in onderling overleg met de andere ouder afspraken over de omgangsregeling maken. Dit kan ook via advocaten of in gesprekken tijdens cross border mediation (link).

 

Op grond van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 kunt u bij de Centrale Autoriteit (link) een verzoek tot een internationale omgangsregeling indienen. Als het kind in een land woont dat is aangesloten bij het Verdrag, wordt het verzoek doorgestuurd naar de Centrale Autoriteit van dat land. Ook dan zal eerst geprobeerd worden in onderling overleg tot afspraken te komen. Als dat niet lukt, kan in dat land bij de rechter een verzoek om een omgangsregeling worden ingediend.

 

Als het kind in een land woont dat niet is aangesloten bij het Verdrag, stuurt de Nederlandse Centrale Autoriteit het verzoek naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stuurt het verzoek zo spoedig mogelijk door naar de Nederlandse ambassade/het consulaat in het betreffende land. Langs diplomatieke weg wordt dan getracht een regeling te treffen. Ook wordt u zo mogelijk geholpen bij het treffen van een regeling.

 

Als het niet lukt om in overleg of via de Centrale Autoriteit een omgangsregeling tot stand te brengen, kunt u in het land waar het kind woont een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling indienen. Deze procedure wordt gevoerd op basis van de nationale regels van het land waar het kind woont. U hebt daarvoor ter plaatse een advocaat nodig.
 

Hoe kan een internationale omgangsregeling worden afgedwongen?

De afgesproken omgangsregeling kan door de rechter in het land waar het kind woont in een uitspraak worden vastgelegd. Als de regeling dan niet wordt nagekomen, kunt u nakoming afdwingen. 

bottom of page